Erg is geen drama. Nog erger is ook geen drama. En heel, heel, heel erg ook niet. Ik hoor het Ger Beukenkamp nog zeggen tijdens de lessen scriptschrijven. Hoe verknipt ben je als je daaraan denkt bij een vreselijk ongeluk met koolmonoxide in de badkamer. Het koolmonoxidealarm ging af, maar de ouders konden de badkamerdeur niet open krijgen; dat lukte pas toen de politie was gearriveerd. Twee meisjes kwamen om, de derde ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. De radertjes in mijn hoofd draaien op volle toeren. Dit is dus nog geen drama, in filmische zin, maar wanneer wordt het dat wel?
Als er conflict is, het liefst een niet te slechten dilemma, zodat het uitloopt op een “Ajax-Feijenoord”, een innerlijke of externe strijd met een goede of slechte afloop. Wat ging er aan vooraf? Is er iets tussen die ouders? Een ouder en het kind dat bleef logeren? Is het meisje dat nog vecht voor haar leven het logeetje? Hadden ze expres de deur op slot gedaan en gelaten? Hadden ze geen bijl in huis? Wat gebeurt er na het ongeluk met de betrokkenen? Staan ze elkaar jaren later naar het leven? Komt een meisje spoken en komt dat het drama achter het drama uit? Stop! Mijn fantasie slaat op hol. Dat krijg je van elke avond Breaking Bad kijken. Een logeerpartijtje liep uit op een drama, zegt de nieuwslezer. Inderdaad, een vreselijk dramatische gebeurtenis, iets wat je niemand toewenst, maar nog geen drama.