Negen dagen geleden zat ik heerlijk relaxed met mijn lief, zonder kinderen, een Palm te drinken bij een warme De Drie Gezusters in Groningen. Beetje lezen, beetje praten, beetje mijmeren: Life’s good! Daarnaast maakte ik alvast plannen voor als we weer terug zouden zijn bij de jongens. Eén ervan was een blog schrijven over de tijd die vliegt, gebrek aan tijd en tijd maken voor verveling om zo de creativiteit te stimuleren. Een belangrijke inspiratiebron hierbij was het boek “Stil de Tijd” van Joke Hermsen. Ik zou het allemaal anders gaan doen. Niet meer zo druk, druk, druk, niet meer zo mopperen en zeuren, maar de tijd nemen om te leven.
Maar natuurlijk liep dat allemaal anders. Dat had John Lennon me ook wel kunnen vertellen…
We waren nog niet terug op honk of het bericht kwam dat mijn vader in het ziekenhuis lag met een maagbloeding. Dus, in plaats van langzaam acclimatiseren en met een patatje en een kaassoufflé met de jongens het topweekend te evalueren, werd het linea recta naar het bezoekuur, daarna jongens ophalen, zelf snel wat eten, hop die gasten in bed zien te werken en zelf uitpuffen op de bank. Maar dat was toch niet de bedoeling?
Gelukkig krabbelt opa stukje bij beetje weer op en is hij nu weer thuis. Maar die week van je zorgen maken, bezoeken en oppas plannen duurde best lang. En zo kom ik toch weer bij “Stil de tijd”. Kloktijd loopt zelden synchroon met tijdsbeleving. Je eerste kraamweek duurt een eeuwigheid. De eerste week van de vakantie duurt drie weken en de laatste week vliegt om. En je kunt blijven rennen en plannen maken, maar juist dan haalt de tijd je in.